woensdag 2 september 2015

Vijf redenen om te vertellen in je klas

De zomervakantie zit er voor alle delen van het land weer op. Voor veel leerkrachten is het begin van het schooljaar ook een moment van bezinning: wat wil je veranderen? Wat heb je altijd al eens willen uitproberen? Misschien is één van die dingen wel 'vaker verhalen vertellen'. Dat kost tijd en oefening, maar hieronder geef ik je vijf redenen om er dit jaar tóch mee te beginnen.
[Dit artikel verscheen eerder op onderwijsblog Klas van Juf Linda.]

Geschichtenerzählerin, door Karl Joseph Brodtmann ca. 1830 (Wikimedia Commons)

Definitie van vertellen
Met 'vertellen' bedoel ik het uit je hoofd vertellen van een verhaal. Dat verhaal kan een gebeurtenis zijn die je zelf hebt meegemaakt, iets dat je gehoord hebt of een verhaal uit een boek. Als verteller leer je het verhaal niet woord voor woord van buiten. De begin- en eindzinnen kun je instuderen, maar wat zich daartussen afspeelt, beschrijf je met je eigen woorden. Je ziet het verhaal als een film voor je en vertelt wat je ziet, ruikt, hoort, voelt en proeft.
Als je het verhaal op papier hebt, is het gemakkelijker om het voor te lezen, want dat kost minder voorbereiding. Maar vertellen heeft ook voordelen in vergelijking met voorlezen:

1. Vertellen is flexibel
Een verteld verhaal kun je gemakkelijk aanpassen, afhankelijk van het doel dat je wilt bereiken. Je kunt details weglaten of juist toevoegen. Je kunt de woordenschat aanpassen aan het niveau van je leerlingen. Je kunt het helemaal naar je hand zetten, of het nou bij geschiedenis is, bij taal, rekenen of godsdienstonderwijs. Je legt de accenten zo, dat het verhaal precies past bij jouw les en jouw leerlingen.

2. Vertellen is contact houden
Als verteller hou je oogcontact met je publiek. Je hoeft niet de aandacht bij je boek te houden. Je krijgt daardoor directe feedback: slaat het verhaal aan? Is het niet te spannend? Begrijpen ze het? Je kunt een spannende scène aandikken als je ziet dat ze daarvan genieten of een woord toelichten als je verwarde blikken ziet. Een storende leerling kun je zelfs ín je verhaal tot de orde roepen, door een personage zijn gedrag te laten imiteren ("De reus wiebelde op zijn stoel, terwijl hij wachtte op eten.")

3: Vertellen is (inter)actief
Doordat je geen boek in je handen hebt, kun je zelf meer bewegen en dingen uitbeelden. Je kunt leerlingen uitnodigen om mee te doen met spreuken, geluiden of bewegingen ("Ze hesen de zeilen: één, twee, hup!"). Zelfs als kinderen niet actief meedoen, worden in hun hersenen gebieden geactiveerd van de bewegingen of emoties die ze bij jou zien!

4. Vertellen doe je samen
Vertellen is een samenspel tussen verteller, verhaal en publiek. Op een ander moment of in een andere groep, wordt het verhaal net anders. Je neemt je leerlingen met jouw woorden mee naar een andere wereld, een andere tijd. Je beleeft samen hetzelfde avontuur en dat zorgt voor een gevoel van saamhorigheid. Vertellen verbetert de sfeer in je klas.

5: Vertellen is betoverend
Voor mij maakt het bovengenoemde gevoel van saamhorigheid vertellen zo magisch. Maar onlangs las ik in het boek "Verhalenfabriek: inspireren in de klas" van Francine Plaisier nog een reden waarom vertellen betoverend is: "ze (= leerlingen) vragen zich af: waar komen die woorden vandaan? Hoe doet mijn juf/meester dat?" Dat stimuleert kinderen om ook zelf te gaan vertellen.

Aan de slag!
Je ziet, er zijn genoeg redenen om eens een verhaal te vertellen in plaats van voor te lezen. Is vertellen nog helemaal nieuw voor je? Begin dan klein met een kort verhaal of een eigen ervaring. En stel haalbare, concrete doelen, bijvoorbeeld één verhaal per maand. Voor tips en vragen over vertellen in het onderwijs bestaat sinds kort de (besloten) Facebookgroep "Verteller voor de klas". Schroom niet en meld je aan. Succes met vertellen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten