Afgelopen week had Dion sportdag op school. 's Middags doet hij verslag van het "hoogspringen".
Dion staat op van zijn stoel en vertelt hoe ze voor het hoogspringen twee stoelen hebben gebruikt. "Eén hier," (wijst de plek links voor hem aan) "en één daar." (wijst de plek rechts voor hem aan). Tussen de stoelen hing een touwtje. "Zo.." (Dion gebaart een doorgezakt touwtje tussen de stoelen). Dat was voor de lage sprong. Daarna moesten ze hoger springen en toen moest het touw anders... (Dion denkt even na, loopt naar zijn denkbeeldige rechterstoel en weer terug naar zijn startpositie).
Terwijl Dion daar zo staat besef ik dat hij het touwtje gewoon ZIET. Sterker nog: IK zie het touwtje ook hangen en verwacht eigenlijk al half dat hij er echt over heen gaat springen - met alle gevolgen van dien, want de tafel staat in de weg. Gelukkig doet hij het niet.
Ik realiseer me plotseling dat hij iets doet wat veel mensen verleerd hebben en waar je dure cursussen voor kunt volgen: beeldend vertellen. Terwijl hij vertelt over zijn sportdag, ziet hij - letterlijk - de situatie weer voor zich. Zijn gebaren en blik zijn helemaal gericht op de dingen die hij ziet, en daardoor wordt de situatie ook voor de luisteraar duidelijk. Zo simpel is het. Een kind van vijf kan het helemaal vanzelf.
Dion is echt niet bijzonder met zijn verteltalent. Ik denk dat de meeste kinderen van vijf jaar het net zo hadden gedaan. Waarom hebben zoveel volwassenen en oudere kinderen er dan zo'n moeite mee? Wanneer gaat deze vaardigheid verloren? Ik denk er nu al een paar dagen over na, maar zou het antwoord niet weten...
maandag 5 oktober 2009
woensdag 26 augustus 2009
Leerkrachten moeten verhalen vertellen!
Nederland heeft geen verteltraditie: Nederlanders lezen. Daar is op zich niks mis mee: lezen is onmisbaar voor je ontwikkeling in onze kennismaatschappij en een boek is een fantastische manier om je even terug te trekken uit de vaak harde werkeliijkheid. Ik heb zelf van kindsaf alles gelezen wat maar in mijn handen kwam. Als leerkracht heb ik jarenlang met veel plezier voorgelezen en kinderen en ouders enthousiast weten te maken voor de bibliotheek.
Slechts af en toe nam ik de tijd om een sprookje uit mijn hoofd te leren en aan mijn leerlingen te vertellen. En als ik dat deed, werd ik telkens weer verrast door de aangename spanning en zelfs kippenvel op het moment dat het verhaal begon en iedereen vol verwachting was voor wat komen zou. En telkens weer werd ik verrast door de gezamenlijke zucht van verlichting wanneer alles aan het eind weer goed was afgelopen.
Ruim twee jaar geleden mocht ik zelf ervaren hoe het was om toehoorder te zijn bij een professionele verteller - de Canadees Dale Jarvis - en was op slag verliefd: op vertellen. Luisteren naar een professionele verteller is een magische belevenis. Je wordt meegenomen op de cadans van de woorden, je ziet de beelden die worden beschreven en beleeft het verhaal alsof je er zelf bij bent. De ervaring is vele malen intenser dan bij een voorgelezen verhaal. Hoe was het mogelijk dat ik dit nog maar zo weinig had meegemaakt in mijn leven?
Het vertellen heeft me sindsdien niet meer losgelaten. Na mijn ervaring bij Dale Jarvis ben ik zelf meer gaan vertellen. Eerst nog als leerkracht, aan mijn eigen groep en aan de groepen van collega’s, later als professioneel verteller. Ik heb een training gevolgd om mijn vaardigheden te verbeteren, ik luister regelmatig naar andere vertellers en ik lees alles wat los en vast zit over vertellen.
Steeds meer raak ik ervan overtuigd dat onderschat wordt wat de potentie van vertellen is, voor het onderwijs en voor de samenleving in het algemeen. Het is meer dan het reproduceren van een van buiten geleerd verhaal. Het heeft alles te maken met communicatie en met het samen delen van ervaringen. En daarom verdient vertellen, in de zin van mondelinge overdracht, een plek in het onderwijs, véél meer dan nu het geval is. Om te beginnen als vaardigheid voor leerkrachten, want een goed voorbeeld doet goed volgen, maar ook in het curriculum voor kinderen.
Slechts af en toe nam ik de tijd om een sprookje uit mijn hoofd te leren en aan mijn leerlingen te vertellen. En als ik dat deed, werd ik telkens weer verrast door de aangename spanning en zelfs kippenvel op het moment dat het verhaal begon en iedereen vol verwachting was voor wat komen zou. En telkens weer werd ik verrast door de gezamenlijke zucht van verlichting wanneer alles aan het eind weer goed was afgelopen.
Ruim twee jaar geleden mocht ik zelf ervaren hoe het was om toehoorder te zijn bij een professionele verteller - de Canadees Dale Jarvis - en was op slag verliefd: op vertellen. Luisteren naar een professionele verteller is een magische belevenis. Je wordt meegenomen op de cadans van de woorden, je ziet de beelden die worden beschreven en beleeft het verhaal alsof je er zelf bij bent. De ervaring is vele malen intenser dan bij een voorgelezen verhaal. Hoe was het mogelijk dat ik dit nog maar zo weinig had meegemaakt in mijn leven?
Het vertellen heeft me sindsdien niet meer losgelaten. Na mijn ervaring bij Dale Jarvis ben ik zelf meer gaan vertellen. Eerst nog als leerkracht, aan mijn eigen groep en aan de groepen van collega’s, later als professioneel verteller. Ik heb een training gevolgd om mijn vaardigheden te verbeteren, ik luister regelmatig naar andere vertellers en ik lees alles wat los en vast zit over vertellen.
Steeds meer raak ik ervan overtuigd dat onderschat wordt wat de potentie van vertellen is, voor het onderwijs en voor de samenleving in het algemeen. Het is meer dan het reproduceren van een van buiten geleerd verhaal. Het heeft alles te maken met communicatie en met het samen delen van ervaringen. En daarom verdient vertellen, in de zin van mondelinge overdracht, een plek in het onderwijs, véél meer dan nu het geval is. Om te beginnen als vaardigheid voor leerkrachten, want een goed voorbeeld doet goed volgen, maar ook in het curriculum voor kinderen.
Abonneren op:
Posts (Atom)